Home

Bestuur

Statuten

Projecten

Contact

Actueel

 
                                              
 
Burgerparticipatie en Wijkgericht werken.
Het gaat moeizaam met de Burgerparticipatie in Den Helder. In feite bestaat deze niet. Door het Gemeentebestuur wordt vaak gewezen op de vele activiteiten die al zouden plaatsvinden. Daarbij gaat het echter altijd over het instellen van groepjes ( vaak klankbordgroepen genoemd ), waarbij wordt vermeden dat gesproken kan worden over de kernvragen m.b.t. nut en noodzaak van bepaalde plannen. ( bijvoorbeeld Stadhuis in het centrum )
Nadat al jaren lovend wordt gesproken door de politiek over het nut van burgerparticipatie voor het scheppen van draagvlak voor het beleid is er tot nu toe niets bereikt. Slechts de procedure t.a.v. de herinrichting van de Middenweg is daarop een positieve uitzondering. Deze is echter afgedwongen door de Belangenvereniging na een weigering van de toenmalige Wethouder Boskeljon in oktober 2009 om met burgers te gaan overleggen.
De naderende verkiezingen zorgden ervoor dat het College zich bedacht. Bij de verkiezingen van maart 2010 werden door alle politieke partijen gouden bergen beloofd t.a.v. Burgerparticipatie. Tot nu toe zijn er echter alleen notities verschenen. In tegenstelling tot veel Gemeenten in Nederland is er in Den Helder nog steed geen Verordening Burgerparticipatie.   
Een notitie van het College van januari 2012 werd op 19 januari besproken door de Burgemeester en Wethouder Bruin met delegaties van de Wijkplatforms. Duidelijk werd dat er geen bereidheid is om tot een verordening te komen en dat het College de Burgerparticipatie geheel in eigen hand wil houden. Het College bepaalt welke onderwerpen geschikt zijn en wie de belanghebbenden zijn om mee te gaan praten. Het rapport van de Nationale Ombudsman van september 2009, dat een blauwdruk geeft voor Burgerparticipatie wordt hier en daar wel genoemd, doch inhoudelijk is er niets mee gedaan. Men zag daar duidelijk niets in. 
 
In het Burgerjaarverslag van 2004 werd hoog opgegeven over het nut van Burgerparticipatie. Met spijt werd door de Burgemeester geconstateerd dat men helaas nog niet was toegekomen aan het uitwerken van de spelregels voor Burgerparticipatie. Men beloofde daar krachtig op in te zetten in 2005.
Men ging uit van de noodzaak van het creeeren van draagvlak bij de burgers voor het beleid en wilde de burgers  meer betrekken bij de vorming van dat beleid. Duidelijk was dat dit niet ging over de degelijkse dingen van de wijk, maar over de grotere projecten. Naar buiten toe werd overigens wel al gesuggereerd dat er veel werd gedaan aan Burgerparticipatie in Den Helder. In het kader van het MOP en het aanvragen van ISV subsidies werd al in die jaren gewezen op het belang van Burgerparticipatie en de actieve rol die het Gemeentebestuur van Den Helder daarin speelde. Uiteraard was dat geenszins het geval. 
 
Op 25 januari 2007 werd door de Belangenvereniging een verzoek aan het College gericht met het verzoek tot inspraak c.f. paragraaf 4 van de Algmene Inspraakverordening m.b.t. het Inrichtingsvoorstel van de Liniedijken.
De bewoners van de Indische Buurt en omstreken zijn fel gekant tegen de geplande kaalslag van de Linie.
Reeds in oktober 2004 werd een petitie daartegen, met bijna 1050 handtekeningen, ingediend bij het Gementebestuur.
Deze paragraaf in de Algemene Inspraakverordening gaf de mogelijkheid tot een soort Burgerparticoipatie met een Inspraakgroep.
Deze methode onderscheidt zich van de inspraak, waarbij pas inbreng van de burgers mogelijk is nadat het College
een plan heeft vastgesteld.
Op 26 maart 2007 werd het verzoek door het College afgewezen.
Na procedures m.b.t. bezwaar en beroep werd het beroep van de Belangenvereniging uiteindelijk op 24 december 2009 gegrond verklaard door de rechtbank in Alkmaar. Een deel van de Linie was toen helaas al platgeslagen en inspraak was niet meer opportuun.
Duidelijk werd bij deze rechtszaak dat het College de Belangenvereniging en de burgers die zij vertegenwoordigt bewust en ten onrechte het recht op deze vorm van Burgerparticipatie had onthouden.
 
Op 1 februari 2007 werd door de Raad in grote meerderheid ( slechts 2 stemmen tegen ) besloten om t.a.v. de Stedelijke Vernieuwing Burgerparticipatie toe te passen volgens de Tielse methode. Bij deze methode wordt een forum van burgers gevormd met ambtelijke ondersteuning dat plannen ontwikkelt en uitwerkt.
Dit besluit werd genomen als amendement op de Samenwerkingsovereenkomst met Zeestad BV waarover op die datum werd besloten.
Direct na het besluit werd door Zeestad een opdracht gegeven aan een extern bureau om een onderzoek te doen naar de wenselijkheid van dat raadsbesluit. Zoals kon worden verwacht adviseerde het bureau dat het raadsbesluit niet wenselijk was.
Het rapport werd ter informatie aangeboden aan de leden van een Raadscommissie waarin in de zomer van 2008 de voortgang van de planning van de Stedelijke Vernieuwing door Zeestad werd gepresenteerd.
Daarna werd van de Tielse methode niets meer vernomen. Blijkbaar was in de achterkamertjes van de coalitie besloten om daarvan af te zien.
Later is in de Raad door de fractievoorzitter van de PVDA gezegd dat er helaas geen tijd voor deze methode was geweest.
De werkelijkheid is natuurlijk anders. We weten beter. Deze aanpak is niet doorgegaan omdat Zeestad BV dat niet wilde. Blijkbaar kan Zeestad raadsbesluiten buiten werking stellen.
Er werd en wordt overigens wel voortdurend door het College beweerd dat t.a.v. de Stedelijke Vernieuwing burgerparticipatie heeft plaatsgevonden. Men doelde dan op de bijeenkomsten in de Schouwburg en enkele andere informatieavonden. Bij die bijeenkomsten mochten burgers na de presentaties ook iets zeggen.
De gemaakte opmerkingen van burgers werden "meegenomen". Er werd niets mee gedaan. Zolang er vrijblijvend kan worden omgegaan met de inbreng van burgers is er nartuurlijk geen sprake van burgerparticipatie. De perikelen rond de Californiestraat in 2008 en 2009 is een voorbeeld van de gevolgen van het ontbreken van Burgerparticipatie.
 
Een startnotitie Burgerparticipatie die in het voorjaar van 2008 verscheen kreeg zoveel negatieve kritiek dat het Gemeentebestuur besloot om niet verder te gaan met deze Nota, maar eerst een breed georiënteerde projectgroep in het leven te roepen. Aan de indieners van zienswijzen is dit medegedeeld. Deze projectgroep is echter nooit ingesteld, zoals later door het College is toegegeven. Er is ook nooit bekend gesteld dat was afgezien van de projectgoep en wat daarvan de reden was.
 
Met het wijkgericht werken gaat het min of meer op dezelfde wijze als met de Burgerparticipatie. In het prgramma Wijkgericht Werken wordt al jaren aangegeven dat aan het Wijkplatform een grotere rol moet worden toebedeeld.   
Ondanks dat heeft het wijkplatform, waarin ook de Belangenvereniging deelneemt, nog geen enkele serieuze rol. De wens die alle betrokkenen hebben geuit bij de Conferentie in het najaar van 2006 was om het Wijkplatform een structuur en een status te geven.
Een adviesrecht over plannen die de buurt betreffen was dringend gewenst. Al gauw ( zelfs al bij de conferentie ) werd duidelijk dat het gemeentebestuur en/of de ambtenaren dit niet willen.  
De wensen van de deelnemers t.a.v. het Wijkplatform werden door de aanwezige ambtenaren, die de werkgroepen leidden, weggehouden van de plenaire zittingen.
In een omvangrijk rapport over de Conferentie komen de geformuleerde wensen van de Wijkplatformleden t.a.v. de rol van het Wijkplatform niet voor.
Hier was sprake van pure manipulatie. 
Bij een conferentie over burgerparticipatie op 10 juni 2009 werden de verlangens van de deelnemers voor een betere rol van het Wijkplatform bevestigd en herhaald.
Ook daar heeft de Gemeente niets mee gedaan.
Zolang het Wijkplatform geen enkele status heeft is er geen enkel perspectief voor het voortbestaan en zal het platform vanzelf ophouden te bestaan.
Dat zou jammer zijn. Er zijn veel plaatsen in Nederland waar een Wijkplatforms wel een status hebben zodat het wijkgericht werken op een veel hoger niveau is komen te staan.
Wat wel goed functioneert is de organisatie van de wijkmanagers en de wijkconciërges. Helaas is een Wijkmanager na vertrek niet vervangen, ondanks het besluit van de Raad om dat wel te doen.
Via deze organisatie komen echt dingen tot stand. Via het Wijkconvenant, waarin de Woningstichting en Gemeente partners vormen, zijn er fondsen beschikbaar.
De burger heeft ook een goede toegang tot deze organisatie.
 
In  het najaar van 2008 is het eerste concept van het Wijkactieplan Stad binnen de Linie uitgekomen. De Belangenvereniging heeft daar al in januari 2009 uitgebreid commentaar op ingediend.
Op 5 november 2009 vond in de schouwburg een bewonersavond plaats over dit plan.
Van het commentaar van de Belangenvereniging is in het huidige concept niets terug te vinden.
Het Wijkactieplan is teveel een gemeenteplan, terwijl het een plan van en voor de bewoners moet worden. Wensen van bewoners zijn weggestopt in een bijlage.
In november 2011 is door de Belangenvereniging uitgebreid commentaar geleverd op het concept van een evaluatierapport m.b.t het Wijkactieplan. Helaas is daar ook niets mee gedaan.
In het najaar van 2009 heeft de Gemeente het idee opgevat om de Algemene Inspraakverordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening volgens het VNG model. Dit is in feite de kale tekst van de Algmene Wet Bestuursrecht.
Hiermee vervallen echter belangrijke rechten van de burgers, zoals inspraak op verzoek en de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen t.a.v. beleidszaken voor eenieder. Een rapport van de Nationale Ombudsman van september 2009 over Burgerparticipatie werd daarbij volledig  genegeerd.
De enige formele grondslag die het Wijkplatform had is met het afschaffen van de Algemene Inspraakverordening ook verdwenen.
In oktober 2009 heeft besluitvorming in de Raad plaatsgevonden en is de Algemene Inspraakverordening ingetrokken. Het grootste deel van de oppositie stemde tegen en vond dat er eerst een verordening Burgerparticipatie moest komen.
De Burgemeester heeft bij de behandeling in de Raadscommissie van 5 oktober 2009 aangekondigd dat nog in zijn ambtperiode een verordening Burgerparticipatie zou worden geschreven. ( voor 1 januari 2010 ) Helaas was hij bij de begrotingsbehandeling in november al van gedachten veranderd en sprak alleen nog over een notitie.
 
Bij die begrotingsbehandeling ( november 2009 ) werd door diverse partijen in de Raad aangedrongen op een betere communicatie met de burgers van Den Helder. Er zou meer betrokkenheid van de burgers moeten komen vanaf het eerste moment van de planvorming. Dit kan niet aan Zeestad of aan de Woningstichting worden overgelaten, werd gesteld.
 
De Belangenvereniging heeft de afschaffing van de Algemene Inspraakverordening met argusogen gevolgd. Door deze afschaffing vervallen bestaande rechten van burgers en wordt inspraak beperkt tot belanghebbenden, terwijl de Gemeente ook bepaalt wie dat zijn en de kring aanzienlijk heeft beperkt. De Burgemeester heeft de druk vanuit het gemeentelijke apparaat blijkbaar niet kunnen weerstaan. Ambtenaren houden niet zo van insprekende burgers.
Uiteindelijk is de verordening afgeschaft met het onjuiste motief dat de verordening in strijd met de wet zou zijn.
Omdat iedereen wel beter wist, maar de politieke realiteit betekende dat afschaffing onvermijdelijk was, ontstond de wens, overigens op aangeven van de Belangenvereniging, om te zorgen dat de burgerparticipatie dan tenminste goed geregeld moest worden.
De Burgemeester, die er volgens de Gemeentewet over gaat, heeft dat toen op zich genomen.
Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een memo, waarin hij alles overdroeg aan zijn opvolger. Uiteraard is dat zeer teleurstellend en geeft geen vertrouwen in het Gemeentebestuur. Van enig protest vanuit de Raad is niets vernomen. Al voor de afschaffing van de Algemene Inspraakverordening bemerkte de Belangenvereniging de gewijzigde koers. Tegelijkertijd werd vanaf juni 2009 de Belangenvereniging systematisch als niet-belanghebbend, dus niet ontvankelijk verklaard in alle ingediende zienswijzen,bezwaren en beroepen de eigen buurt betreffende.
Dat leverde extra hindernissen en veel langere procedures op omdat eerst bij de rechter de belanghebbendheid moest worden aangetoond.
De bestuursrechter in Alkmaar en later de Raad van State nadat het Colleg in hoger beroep was gegaan, hebben de Belangenvereniging in het gelijk gesteld.
Blijkbaar was deze werkwijze van het College alleen bedoeld om de burgers in de rechtsgang dwars te zitten in de hoop dat voortijdig werd afgehaakt. Uiteraard is deze werkwijze in strijd met de principes van behoorlijk bestuur.
 
De Belangenvereniging heeft driemaal een uitgebreide bijdrage geleverd aan de stukken voor de Raad. Daarbij is ook nadrukkelijk het belang van de toen nog bestaande Inspraakverordening duidelijk gemaakt. Omdat de verordening bij een rechtszaak in mei 2009 aan de orde was geweest was heel duidelijk dat deze voldeed aan de wet. Met name de coalitiepartijen vonden, zonder argumentatie van enig belang, dat de verordening maar moest worden afgeschaft. Op de argumentatie van de Belangenverenigig werd niet gereageerd.
 
Op 24 november 2009 is een voorstel van de Belangenvereniging behandeld in het Wijkplatform om het College te adviseren zo spoedig mogelijk te komen tot een verordening Burgerparticipatie en tot een formele organisatie m.b.t. het wijkgericht werken, waaronder het geven van een status aan het Wijkplatform.
Dit voorstel is unaniem door het Wijkplatform aanvaard. Bij het Wijkplatform van 2 februari 2010 is de tekst door het platform bekrachtigd en is een brief getekend door de voorzitter en naar het College gestuurd.
Het College heeft op deze brief nimmer geantwoord.
 
Voor de verkiezingen van maart 2010 zijn door alle politieke partijen gouden bergen beloofd t.a.v Burgerparticipatie, maar na de verkiezingen werd het stil.
Bij het Wijkplatform van 15 jun 2010 gaf Wethouder Bruin aan dat er en notitie over Burgerparticipatie lag van de griffie, waar het College in september op zou reageren.
Deze notitie dateert van 31 mei 2010.
Het aanbod van de Belangenvereniging om de benodigde verordening Burgerparticipatie zelf te schrijven en ter behandeling aan de Raad aan te bieden werd vriendelijk afgeslagen.
 
Uitgebreid werd op 15 juni 2010 in het Wijkplatform gesproken over het feit dat de Belangenvereniging in bezwaren en zienswijzen, zaken de eigen buurt betreffende, door het College als niet-belanghebbend wordt aangemerkt, terwijl de Vereniging wel wordt geacht in het kader van het Wijkgericht Werken de buurt te vertegenwoordigen en daarvoor zelfs subsidie ontvangt. Zelfs toen de Bestuursrechter in Alkmaar in april 2010 de Belangenvereniging in het gelijk had  gesteld gaf het College niet op en ging in hoger beroep bij de Raad van State.
Geen van de leden van het Wijkplatform begreep deze houding van het College. Wethouder Bruin verklaarde deze situatie door te stellen dat de Gemeente niet anders kan omdat de Belangenvereniging anders mogelijk belangrijke plannen tegen zou houden. Ze dacht niet dat deze handelswijze strijdig is met de wet of met de beginselen van behoorlijk bestuur.
 
Na een zitting van de Raad van State op 16 december 2010 werd op 26 januari 2011 de uitspraak van de rechtbank
Alkmaar bevestigd. In ieder geval vindt de Raad van State de Belangenvereniging belanghebbend t.a.v. haar eigen buurt.
Blijkbaar is het College bijzonder hardleers want bij een zitting op 11 juli 2011 m.b.t. een beroep over een ander project kwam het College in haar verweer opnieuw met de bewering dat de Belangenvereniging niet belanghebbend is. De argumenten, die reeds eerder door de Raad van State als onjuist werden bestempeld, werden wederom ongewijzigd naar voren gebracht.
In haar uitspraak van 19 oktober 2011 bevestige de Raad van State wederom de belanghebbendheid van de Belangenvereniging.
   
De Raad heeft de notitie van 31 mei 2010, die hierboven wordt genoemd, behandeld in het najaar van 2010 en besloten hierop in 2012 terug te komen. De burgerparticipatie werd daarmee dus op de lange baan geschoven, ondanks alle mooie woorden bij de verkiezingen. 
Bij de behandeling van de kadernota 2012 in de zomer van 2011 werd duidelijk dat Burgerparticipatie meer en meer wordt gezien als participatie, dus het werken door buurtbewoners in en aan hun buurt. Ook wordt meer en meer een link gelegd naar de WMO, die uiteraard voor een geheel ander doelgroep is bedoeld.
De Raad heeft daarover zelfs unaniem een motie aangnomen die het College oproept om de uitvoering van de WMO te koppelen aan het Wijkgericht werken.
Daarmee lijkt de Burgerparticipatie, als mogelijkheid van burgers om een inbreng te hebben bij de vorming van beleid, op de achtergrond te geraken.
Het gaat nu niet meer over inbreng van burgers t.a.v. het beleid doch om het "samen schoffelen in het park". Uiteraard vindt deze wijziging plaats onder druk van de bezuinigingen op de openbare ruimte.
 
Een notitie van het College van januari 2012 werd op 19 januari besproken door de Burgemeester en Wethouder Bruin met delegaties van de Wijkplatforms. Duidelijk werd dat er geen bereidheid is om tot een verordening te komen en dat het College de Burgerparticipatie geheel in eigen hand wil houden. Het College bepaalt welke onderwerpen geschikt zijn en wie de belanghebbenden zijn om mee te gaan praten. Het rapport van de Nationale Ombudsman van september 2009, dat een blauwdruk geeft voor Burgerparticipatie wordt hier en daar wel genoemd, doch inhoudelijk is er niets mee gedaan. Men zag daar duidelijk niets in. De Burgemeester benadrukte dat de uitvoering van Burgerparticipatie moet zijn gebaseerd op wederzijds vertrouwen en dat een regeling niet "in beton gegoten" moet worden.
Door de Belangenvereniging is aangegeven dat er geen vertrouwen kan  zijn indien het College burgers ten onrechte als niet belanghebbend verklaard. Dat heeft het College t.a.v. de Belangenvereniging een aantal malen gedaan m.b.t. zaken die de eigen buurt betreffen. ( getekend door de Burgemeester )
Schuiling probeerde zich er uit te redden door hautain te verklaren dat belanghebbendheid een juridich begrip is.
De repliek van de Belangenvereniging was dat het College daar blijkbaar onvoldoende begrip van had. De Belangenvereniging kreeg immers gelijk van de rechter i.p.v het College.
Het betoog van Schuiling was een andere manier om te stellen dat hij geen Verordening Burgerparticipatie wil.
Het College wil in eigen hand houden op welke wijze men de burgers, de opdrachtgevers van het Gemeentebestuur, ter wille wil zijn. Er mogen geen rechten van burgers worden vastgelegd. Schuiling zag zelf meer in een fietstocht van het College door de wijk waarbij burgers hun wensen naar voren mogen brengen.
 
Op 2 mei 2012 is een enigszins aangepaste notitie besproken met vertegenwoordigers van Wijkplatforms en bewonersorganisaties. Omdat in de uitnodiging van de burgemeester was vermeld dat er geen verordening Burgerparticipatie komt is aan de Burgemeester met redenen omkleed vermeld dat geen gebruik werd gemaakt van de uitnodiging.Het bleek bij de bijeenkomst dat het College niets ziet in Burgerparticipatie. Men wil geen rechten van  burgers vastleggen. 
In de rapportage van de begroting eerste halfjaar 2012 wordt gesteld dat de Burgerparticipatie is ingevoerd en dat deze bij talloze projecten reeds in praktijk wordt gebracht.
In feite bestaat er nog geen Burgerparticipatie in den Helder. De Belangenvereniging heeft dat in een brief aan College en Raad duidelijk gemaakt.
 
In oktober 2012 werd door het College een nieuw Programma Wijkgericht werken 2012-2015 vastgesteld. Dat is geen verbetering t.a.v. het voorgaande programma.
De rol van de Wijkplatforms is zuiver informeel gemaakt. Dus geen status voor de Wijkplatforms en geen adviesrol. De Wijkplatforms zijn zelfs niet betrokken bij het opstellen van het programma. Dat zou te lang duren, aldus het College.
Op 15 april 2013 werd het programma besproken in de Raadscommissie MO. Ook dat heeft geen verbeteringen gebracht.
Aan de hand van deze ontwikkeling heeft de Belangenvereniging besloten om zich als organisatie terug te trekken uit het Wijklatform Stad Binnen de Linie.
Eventuele deelname zal nog slechts op persoonlijk titel plaatsvinden. 
 
De volgende brief werd naar het College gestuurd:
 
Den Helder  15 april  2013
 
College,
 
In het programma Wijkgericht werken 2012-2015 is door het College
ook de positie van het Wijkplatform vastgelegd.
Met referte is al met teleurstelling gereageerd op het feit dat met dit programma
en het niet van de grond komen van een verordening Burgerparticipatie, de invloed van de burgers op het beleid van de Gemeente niet tot ontwikkeling komt.
Het rapport van de Nationale Ombudsman van september 2009 t.a.v. de wenselijkheid van Burgerparticipatie heeft blijkbaar in Den Helder geen voet aan de grond gekregen.
 
De positie van het Wijkplatform is door het College zo vastgesteld dat daar slechts informele gesprekken worden gevoerd. De status ervan is blijkbaar gelijk
aan een ongeorganiseerde bijeenkomst in een publieke gelegenheid. Eenieder heeft immers ook toegang tot de vergadering. Dat betekent ook dat er geen regels zijn omtrent rechten en plichten van deelnemers en dat eenieder vrij is een Wijkplatform te beginnen of daar afstand van te doen.
 
De Belangenvereniging   is van oordeel dat deze opzet van het Platform zich niet verdraagt met de deelname van organisaties met rechtspersoonlijkheid, zoals de Belangenvereniging Indische Buurt.
Ook  het vaststellen van een besprekingsverslag van de informele gesprekken past niet bij deze situatie.
De Belangenvereniging heeft bovendien een zeer slechte ervaring opgedaan met deze informele constructie toen een onderwerp, dat later bij de rechter aan de orde zou komen, in de vorm van een presentatie op de agenda van het Wijkplatform stond en toch werd vastgelegd in een verslag als zijnde besproken en geaccordeerd.
Het College heeft dat daarna bij de rechter als zodanig aangevoerd zonder het ontbreken van een status van het Wijkplatform te vermelden.
Blijkbaar dacht het College aan het oordeel van Wijkplatform wel een status te kunnen ontlenen, terwijl dat voor de deelnemers niet geldt.
De Belangenvereniging acht dat niet voor herhaling vatbaar.
 
De Belangenvereniging Indische Buurt heeft daarom besloten om niet meer deel te nemen aan het Wijkplatform.
Mochten er bestuursleden of leden van de Belangenvereniging aanwezig zijn bij een bijeenkomst, dan hebben zij geen enkele vertegenwoordigende functie en zijn slechts op persoonlijke titel aanwezig.
 
De Belangenvereniging wenst geen agendapunten of opmerkingen in een verslag aan te treffen m.b.t. onderwerpen die rechtsgevolgen hebben en waarin  de Belangenvereniging belanghebbende is.
Op de website van de Gemeente is vermeld dat de Stichting Belangenbehartiging  Indische Buurt deelneemt aan het Wijkplatform Stad binnen de Linie.
Hoewel deze stichting bij ons niet bekend is dient deze naam van de website te worden verwijderd.
Er zou verwarring kunnen ontstaan met de Belangenvereniging Indische Buurt.
 
De Belangenvereniging hoopt dat in de toekomst toch nog het besef mag ontstaan dat het betrekken van de burgers bij het beleid ten goede komt aan het draagvlak en dit beleid sterker maakt.
Burgerparticipatie heeft een functie en dient niet slechts een niet nagekomen verkiezingsbelofte te zijn.
 
 
 
Belangenvereniging Indische Buurt
 
 
J. Zuidema
 
Secretaris
 
 
In december 2013 werd een enquete ontvangen van een onderzoeksbureau, dat namens de rekenkamer commissie onderzoek doet naar de kwaliteit van de Burgerparticipatie en het Wijkgericht werken in Dn Helder.
In de inleiding wordt vermeld dat het Gemeentebestuur grote waarde hecht aan de inbreng ban burgers bij de beleidsvorming. Daarom wordt Burgerparticipatie en Wijkgericht werken van groot belang geacht.  
Daarna worden een aantal vragen gesteld omtrent de ervaringen die men heeft t.a.v. een aantal concrete projecten en t.a.v. het Wijkplatform.
De antwoorden zijn uiteraard gegeven in lijn met het gestelde in dit overzicht. Er zijn slechts uiterst negatieve beoordelingen gegeven.
Verder is aangegeven dat het gestelde in de inleiding absoluut onjuist is en dat op deze wijze een onderzoek naar een resultaat toewerkt.
De uitslag zal zijn dat er, ondanks de inzet van het Gemeenstebestuur t.a.v. Burgerparticipatie en het Wijkgericht werken, verbeteringen mogelijk zijn.
Uiteraard had in het onderzoek de vraag moeten worden meegenomen of er eigelijk wel Burgerparticipatie bestaat in Den Helder.
Het antwoord zou overduidelijk "neen" zijn. Met dit onderzoek wordt die vraag niet beantwoord omdat er van wordt uitgegaan dat er wel Burgerparticipatie is.
Op 18 maart 2014, de dag voor de verkiezingen kwam het rapport uit. De conclusie is, zoals verwacht, dat de Burgerparticipatie in Den Helder van een goed niveau is, hoewel er verbetering is.
Aanbevolen wordt om het Wijkplatform een duidelijke status te velenen.
Als goed voorbeeld van de Burgerparticipatie wordt de procedure rond het stadhuis op de stationslocatie genoemd. Die zouden voor een goed draagvlak hebben gezorgd.
Op de dag erna, bij de verkiezingen van 19 maart 2014, toonde de politieke aardverschuiving ten gunste van partijen die gekant zijn tegen de bouw van het nieuwe stadhuis, aan dat het rapport van de RKC de plank volledig misslaat.  
In een zienswijze van 10 juni 2014 aan de Raad legde de Belangenvereniging deze bevindingen vast. Ook de RKC en het College werden benaderd. Er volgde geen enkele reactie.
Op 1 september 2014 is het rapport desondanks door de Raad met algemene stemmen aanvaard.
Op de zienswijze van de Belangenvereniging werd niet ingegaan.
Het College kreeg opdracht een regeling op te stellen.
Deze verscheen in november 2014.
De regeling  "Midden in de samenleving" gaat meer algemeen over de "participatiesamenleving", dus over deelname door de burgers aan de maatschappij.
Het woord Burgerparticipatie komt er niet in voor. De regeling stelt wel dat het Gemeentebestuur de burgers wil betrekken bij de besluitvorming en dat de ambtelijke organisatie daarop gericht is. Mogelijkheden van de manier waarop burgers daar vorm aan kunnen geven worden echter niet geboden.
De regeling biedt ook geen mogelijkheden voor burgers om aanspraak te maken op medezeggenschap door een verzoek in te dienen.
T.a.v. het Wijkplatform wordt het advies van de RKC niet opgevolgd.
Het College blijft vasthouden aan het reeds vastgestelde programma en dus aan het informele karakter van het Wijkplatform. ( men vond het vastgestelde Programma Wijkgericht Werken nog actueel )
 
In  december 2016 besloot de Raad positief over een document genaamd Vitalisering lokale  Democratie. De Raad heeft besloten dat de Burgemeester en andere betrokkenen tot voorstellen moeten komen die tot meer Burgerparticipatie moeten leiden. In de nieuwe cyclus voor Raad en Commissies is een mogelijkheid voor informatiebijeenkomsten ( ook voor input door burgers )  opgenomen.
Daar is nog geen invulling aan gegeven.
 
In 2015 heeft het Parlement een wet aangenomen t.a.v. een vernieuwde Omgevingswet.
Deze voegt 26 andere wetten samen. De wet zal van kracht worden in 2019.
Kern van de wet is een veel intensievere vorm van Burgerparticipatie.
De Raad heeft in april 2017 besloten om een proefproject uit te voeren t.a.v. de vorming van een omgevingsvisie Huisduinen. ( een soort bestemmingsplan in grote lijnen )
Men wil de Burgerparticipatie uitvoeren door een aantal bijeenkomsten van bewoners.
Niet is vastgelegd wat er gebeurt met de punten die door bewoners worden ingebracht en hoe de procedure daarvan is.
Een voordeel is dat het overleg plaats vindt in en door Huisduiner Belang. Het sorteren, filteren en prioriteren van ingebrachte punten kan daardoor plaatsvinden binnen de verenigingsstructuur die is vastgelegd in bijvoorbeeld de Statuten. Op die wijze wordt echter niet voorzien in een procedure t.a.v. de punten die van belang worden geacht door personen die geen lid zijn en ingebrachte punten die conflicteren met externe factoren zoals belangen van derden.  
Zolang er geen Verordening Burgerparticipatie is waarin procedures goed zijn vastgelegd  zal dit proces uiteindelijk niet bevredigend verlopen.
Een voordeel van een bewonersvereniging is wel dat de Vereniging een rechtspersoon is die eventueel rechtsmiddelen kan aanwenden.
Dat kan eventuele knelpunten met derden rechtens oplossen.
Beter is echter om e.e.a. in een Verordening goed te regelen.
In juni 2017 werd in een Raadscommissie door de Bewonersvereniging Huisduiner Belang gerapporteerd over de bevindingen bij het bespreken van een omgevingsvisie.
De ervaringen waren  overwegend positief. Men had echter alleen een visie besproken op
hoofdlijnen. Dus bijvoorbeel hoe Huisduinen er uit moet zien en hoe niet. ( geen hoogbouw op de dijk, en geen nieuw Scheveningen )
Het feit dat er op de dijk al een project gaande was t.a.v. een verbouwing van Storm aan Zee, waar men niets van wist, werd aals zeer storend ervaren.
De les daarvan is dat de gehele ambtelijke organisatie een dergelijk proces moet steunen en daarin samenwerken. Voor geheime projecten is daarin geen plaats.
De bedoeling moet echt zijn om tot een omgevingsvisie te komen.
Het is geen bezigheidstherapie voor burgers die zo graag willen meepraten.
Veel commisieleden zagen in dit project een anleiding om het als vorbeeld voor andere gemeenten aan te melden. Men wilde er ook een prijs mee winnen.
Dat illustreert dat de bedoelingen mogelijk niet zuiver zijn.
Ook dacht men te kunnen concluderen dat men deze werkwijze elders in de stad ook zou kunnen toepassen. Een antwoord op die vraag werd door de Voorzitter van Huisduiner Belang vermeden. 
Niet in alle delen van de stad zijn formele overlegstucturen te vinden. De Wijkplatforms zouden daar alleen een rol in kunnen spelen zodra ze een formele status hebben.
Zo ver is het nog lang niet. Dat wordt systematisch tegengewerkt, met name door de Burgemeester. Wat men in Huisduinen kan zal elders in de stad heel moeilijk uitvoerbaar zijn.  
 
De Belangenvereniging zal de Wet Omgevingsrecht weer aangrijpen om aan te dringen op een deugdelijk regeling voor Burgerparticipatie.
Die moet er komen om te voorkomen dat de mogelijkheid tot inbreng door burgers door de nieuwe Wet slechts achteruit gaat. De wet wil de Burgerparticipatie versterken en de formele ( AWB ) mogelijkheden tot inspraak verminderen. Indien de Gemeente geen Verordening Burgerparticiapatie opstelt worden de inspraakmogelijkheden van burgers de facto verminderd.
 
 
De Belangenvereniging is voornemens om in 2017 een aantal documenten op te stellen, gericht aan College en Raad, waarin het onderwerp Burgerparticipatie aan de orde wordt gesteld.
Tot nu toe is verschenen:
 
Burgerparicipatie en de nieuwe Wet Omgevingsrecht  14 maart 2017
 
Burgerparticipatie en onderhoud openbare ruimte in nieuw perspectief  5 april 2017
 
Beide stukken zijn gericht aan Raad en College.
Er is geen enkele reactie ontvangen. ( zoals gebruikelijk )
 
In de Jaarrekening 2016 zijn opzienbarende teksten aan Burgerparticipatie, Gebiedsontwikkeling en Communicatie gewijd.
In paragraaf 1.4. wordt gesteld dat de burger als klant wordt gezien die centraal staat.
Dat is een verbetering t.o.v de heersende opvatting doch geeft een onjuist beeld vanuit de burger gezien. Een klant  schaft een product aan tegen betaling en heeft aternatieve leveranciers.
Bij de Gemeente als leverancier is dat niet het geval. Er is gedwongen winkelnering.
Bovendien zijn de wensen t.a.v. een product per klant verschillend en een klant neemt geen product af dat niet naar wens is.
Beter is om de burger als "opdrachtgever" te zien i.pv. klant.
 
Blijkbaar is het beeld van de burger ook niet intern afgestemd  want in paragraaf 3.4. wordt als doel van Burgerparticipatie gesteld dat de Gemeente wil bereiken dat burgers meer gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid krijgen voor publieke aangelegenheden in buurt of stad. Dat vereist meer zeggenschap in tweerichtingsverkeer en moet leiden tot bewonersparticipatie bij bijvoorbeeld het uitvoeren van onderhoud.
Dit beeld is tegengesteld aan het beeld van de burger als klant.
Klanten bedien je immers met het gevraagde product en je zet ze niet aan het werk.
Het ziet er naar uit dat het meer de bedoeling was om mooie woorden op een rijtje te zetten en niet echt te benoemen wat Burgerparticipatie betekent, n.l. het bieden van mogelijkheden aan burgers om invloed uit te oefenen op het beleid.
Mede gezien de tegenstrijdigheid in uitleg t.a.v. het woord Burgerparticipatie is er grote twijfel of de bedoelingen oprecht zijn.
 
Het begrip Gebiedsontwikkeling wordt volledig gekoppeld aan de Visie Openbare Ruimte In Nieuw Perspectief. Dat gaat ook grotendeels over het inzetten van burgers om het onderhoud goedkoper te maken.
In de literatuur is Gebiedsontwikkeling een veel algemener begrip.
 
T.a.v. de Communicatie wordt gesteld dat men de communicatie zoekt over en weer in gesprek en dialoog. Dat zegt niet zoveel.
Men wijst naar de vernieuwde website van de Gemeente die naar "toptaken" is ingericht.
Op die manier kunnen bezoekers snel de juiste informatie vinden en een bijkomende taak makkelijk uitvoeren.
Het is onduidelijk welke taken burgers m.b.v. de website zouden moeten uitvoeren.
 
Bij het beheren van een website is het naast een goed ontwerp essentieel dat de benodigde informatie ook aanwezig is.
Dat is niet het geval. Met name de stukken van Raad en College worden veel te laat op de website geplaatst, waarschijnlijk bewust.
Sommige delen  van de website werken niet goed.
Het online aanvragen van een vergunning voor een evenement bijvoorbeeld werkt niet goed. Er wordt ook niets aan gedaan ter verbetering.
 
In het coalitieakkoord 2018-2022 staat het volgende vermeld:
Voor het beheer van de openbare ruimte zoeken wij een actieve dialoog met de inwoners en Burgerparticipatie en Burgerinitiatief
worden beter en met een budget georganiseerd. Bij Burgerparticipatie geven wij duidelijke kaders mee,
zodat we geen teleurstellingen op voorhand inbouwen.
 
In de Kadernota 2020 is gemeld dat er een plan van aanpak Burgerparticipatie en Burgerinitiatief zal worden opgesteld, mede in het
kader van de Omgevingswet.
 
De Begroting 2020 geeft aan, bij de rubriek Bestuurlijke Vernieuwing en Ontwikkeling Burgerparticipatie, dat men een plan van aanpak gaat opstellen.
Voor Samenkracht en Burgerparticipatie ( voorheen Wijkgericht werken genoemd )is een bedrag op de begroting opgebracht.
 
Er ontbreekt duidelijk nog een ferm voornemen om een Verordening Burgerparticipatie op te stellen, terwijl het blijkbaar wel bekend is dat er
voor de nieuwe Omgevingswet iets moet gebeuren omdat door het vervallen van inspraakrechten voor burgers van
goede Burgerparticipatie wordt uitgegaan.
Plannen van Aanpak zijn absoluut overbodig en vertragen alleen maar.
Blijkbaar is er ook nog steeds koudwatervrees voor Burgerparticipatie want men wil tevoren kaders stellen om teleurstellingen te voorkomen.
Als Burgerparticipatie oprecht en openlijk wordt uitgevoerd is er geen reden voor teleurstelling,tenzij men natuurlijk vindt dat burgers geen
rechten hebben en wil voorkomen dat de belangen van burgers serieus moeten worden genomen.
Gezien het eeuwige rekken van tijd lijkt het niet de bedoeling om tot Burgerparticipatie te komen.
 
Plannen m.b.t de openbare ruimte moeten passen in de nieuwe Omgevingswet die naar de laatste stand van zaken ingaat op 1 januari 2024. 
Omdat er met deze wet rechten van burgers worden beperkt  in de AWB fase moet er volgens de wetgever meer worden ingezet op Burgerparticipatie voorafgaand aan die fase.
De nieuwe wet gaat daarvan ook uit.  Een voorwaarde is dat per bestuurlijke organisatie de Burgerparticipatie geregeld moet zijn.
E.e.a. moet in een Verordening of Beleidsplan zijn vastgelegd.
Tot september 2009 was dat het geval met de Algemene Inspraakverordening 1996.
Bij de afschaffing daarvan ( omdat College en Raad zich bestuurlijk gehinderd voelden door burgers ) werd besloten dat er een vervanger moest komen.
Die vervanger is er nooit gekomen. Een poging van Burgemeester Schuiling strandde in 2014 in een Notitie, later uitgegeven door het College als de notitie Midden in de samenleving, die niet verder kwam dan de Commissie Bestuur en Middelen. Hierin komt het woord Burgerparticipatie niet voor.
Overigens vond hij dat niet erg want hij zag niets in Burgerparticipatie.
Daarover zijn veel brieven door de Belangenvereniging aan College en Raad geschreven.
De uiterst teleurstellende toestand m.b.t. de Burgerparticipatie in Den Helder is daarin uitgebreid beschreven.
 
Met de nieuwe Omgevingswet voor de deur zijn door de Gemeente acties ondernomen om tot een regeling te komen.
Men probeert via de website in gesprek te inventariseren wat de wensen van belangstellenden zijn.
Dat is een foute weg want de Omgevingswet bepaalt al wat de rechten zijn en daar moet een verordening op worden gebaseerd.
Wat burgerparticipatie meer in detail inhoudt is vastgelegd in het rapport van de Nationale Ombudsman van 2009.
Daar lijkt de Gemeente niet op te koersen en bovendien zal er op 1 januari 2024 geen verordening zijn.
Men is te laat begonnen en de wil is niet echt aanwezig. 
 
De Belangenvereniging is voornemens om een klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman.
Jarenlang zijn bij de verkiezingen gouden bergen beloofd t.a.v. Burgerparticipatie.
Bij de laatste verkiezingen werd een verordening Burgerparticipatie in het vooruitzicht gesteld.
Het betrekken van burgers bij de stedelijke plannen is in Den Helder in de jaren alleen maar bergafwaarts gegaan. De huidige Burgemeester heeft zich als verantwoordelijke daar steeds tegen uitgesproken. 
De huidige regeling regelt geen Burgerparticipatie. Uit vele recente voorbeelden blijkt dat.
De mooie woorden slechts dienen  om de daadwerkelijke zeer onbevredigende situatie
te maskeren. Al op 26 november 2020 is dit in een brief aaan het College vervat, maar is des te meer actueel door de invoering van de Omgevingdwet.
 
    
[Timorpark] [Lyceumhof] [Middenweg] [Burgerparticipatie] [Linie] [Speelveld] [Brede School]